Daar

De dagen van weleer
nestelen zich in mijn zijn

Daar waar ik was, wij waren


.Jij, uit mij geboren
Sprankelt verder, een leven lang

Daar
waar ik niet meer ben
Zul jij verder zijn
Gevormd in de dagen van weleer

Terwijl de tijd mij inhaalt
met zware vleugelslagen
luister ik naar de stille schreeuw
van vooruitgevoeld verdriet

Daar waar ik nu ben
maak ik de dagen van weleer
voor jou, mijn leven lang

Daar waar ik ben, wij zijn

Wat als je niet meer thuiskomt

En als je niet meer thuiskomt
wat dan

Herinner ik mij dan
het laatste woord
dat ik tegen je zei
Weet ik nog
hoe je keek, de blik in je ogen
hoe je je voelde, maar dan echt

Gisteren en daarvoor is voorgoed verleden


sneller dan ik kan ademen
kruipt het verdriet in al mijn poriën
verlamt mijn zijn, mijn hier en nu

Herinner ik mij dan
het eerste woord
dat ik tegen je zei
Weet ik nog
hoe ik keek, de liefde in mijn ogen
hoe ik me voelde, grenzeloos geluk

Gisteren en daarvoor zal morgen verleden zijn


Met elke ademtocht
heb ik lief en koester ik
de mijnen en mijn lief, hier en nu

Want als je niet meer thuiskomt
wat dan

24 maart 2015

Samen naar de overkant

Nog steeds
sta je heel dicht bij mij
reik ik samen met jou
naar de sterren

In de lente leerde je me lopen
hand in hand
samen
naar de overkant

Je leerde me luisteren
naar mooie melodieën
Door jou
zie ik kleuren van geluk
voel ik het leven
prikkelend stromen in mijn lijf

Ik kies mijn pad
en als ik hopeloos verdwaal
voel ik altijd
mijn hand in die van jou
samen
naar de overkant

In jouw winter
voel ik wat jij voelt
breekt mijn hart
huil ik soms zachtjes
fluistert de tijd in mijn oor

Hou ik vast

Want je liet me los
vol vertrouwen
En zie
ik ben dichter bij je dan ooit


Neem mijn hand
dan gaan we
samen
naar de overkant

26 april 2015

Fluisterend verleden

En vanuit de dagen van weleer

wellen herinneringen op als water

uit een bron van weemoed en gemis

tuimelen gevoelens over elkaar heen

als tere vlinders in de lentezon

Dezelfde herinneringen strelen mijn gemoed

troostend, zachtjes, dwingend

Met een vage glimlach om mijn mond

sluit ik mijn zere ogen, zijg ik neer

Dankbaar luister ik naar het verleden

dat zachtjes fluistert in mijn hart

12 maart 2015

De hemel schreit hageltranen

Er is een moment dat je denkt dat je bij je enkels afbreekt, de wallen onder je ogen de Zuiderzee kunnen weerstaan en de storm met windkracht 9 door de dag raast. Een moment dat je eigenlijk al een uur opgekruld in je korfje had willen liggen en stiekum ook nog zoveel wilt doen (lekker rustig met de kroost op bed), dat je je druk maakt om mensen die hun eigen sop of kool niet waard zijn en je tot in de wortels twijfelt aan jezelf omdat je de grip lijkt te verliezen op alles wat je doet. A kind of blur….

Op zo’n moment stap ik in de auto, op weg naar huis, waarbij de storm de autodeur met een enorme dreun tegen mijn bovenbeen aangooit en ik godverrend mijn tranen verbijt – het is de wind, het is de wind. Naar huis! Nu! Lost Frequencies met Are you with me op 10….elke muziek heeft zijn hemel. Ik bedaar, enigszins. Bij het laatste kruispunt voor ons huis moet ik wachten en mijn hoofd stopt met malen, mijn ogen zien…

Ik geef voorrang aan de mensen die terugkeren van De Stille Tocht. Tientallen. Achter elkaar, naast elkaar. Gearmd, alleen. Bedrukt, betrokken, verwaaid, getroffen. In stilte ploeterend door de storm op weg naar huis, ogenschijnlijk rustig, maar het gevoel kolkt over het asfalt. Door de impact van dit beeld laat ik de motor afslaan. Het is stil. Intens stil. Het enige wat ik hoor is de woedende wind die om de auto waait, het gieren, het lijkt bijna een geschreeuw. En drukt de stilte pijnlijk op mijn oren. Op mijn hart.

Hej. Hallo. Ik ga naar huis. Ik mag naar huis. Ik kan naar huis. Met tranen in mijn ogen sla ik linksaf en kom nog meer mensen tegen. Gearmd, alleen, in gedachten verzonken of pratend, terwijl de woorden verwaaien in de storm. De hele straat lang lopen ze, rijen dik, ook midden op de weg. Automatisch rij ik stapvoets. Thuis aangekomen loop ik nog even de media langs * tuurlijk * ….mail, twitter, facebook. En tussen alle “deel en likes” kom ik een gedichtje tegen van iemand waarvan een regel me over het randje duwt.

Genoeg geweest. Opkrullen. Slapen. Thuis. Met heel veel zegeningen. Ja, jij ook.

*31-03-2014

Dat alles is gedaan

Dat
niets
je meer kon bekoren
helemaal niets

Dat woorden
langs je afgleden
als regendruppels op je huid

Dat je de liefde van het leven
voor jou
niet voelde
hoe wanhopig ook het verlangen

Dat
mijn uitgestoken hand
je hier te houden
elke keer, steeds opnieuw, weer

Dat nu
waarom toch
Verzilt de onmacht
in verdriet om jou

Dat alles is gedaan
de razende storm trotseren
elke keer, steeds opnieuw, weer
moe, zo moe, gebroken
dat

je het leven teruggeeft

Koester

En nee
ik kan niet meer bij jou

samen schuilen voor de zomerstormen
klagen over regendagen
lachen tot tranen

Niet meer lopen langs verlaten avondstranden
hand in hand want
ik bij jou en
jij bij mij

En nee
ik mag niet meer met jou

samen vluchten voor de wereld buiten
opgekruld op zondagmorgen
doezelen en dromen
nu was nu en
straks
is later

En nee
het is niet meer

Samen, wij, zal nooit meer zijn
verstild verdriet, voorgoed vaarwel


Verslagen neem ik afscheid
hand in hand
zo koud


zo kil

Vanaf nu
wacht ik op later
zoek ik de zon en
koester

warmte

want daar ben jij

Terug

Terug de tijd in

zwoel en warm

zoveel dagen zonder

Onrust in het lijf

de slaap wil maar niet komen

ver van mij en heel dichtbij

wat als

onrust kriebelt op mijn huid

jaagt me op en

slaat me neer

terug de tijd in

wat is een jaar

een dag

een mensenleven

waar ben je en

waarom

niet hier

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑